Sint-Baafskathedraal

De Sint-Baafskathedraal kent een lange geschiedenis. Reeds in 942 zou hier een kerkje gewijd zijn aan Johannes de Doper. In het midden van de twaalfde eeuw werd er een romaanse kerk gebouwd, waarvan nog sporen terug te vinden zijn in de met muurschilderingen versierde crypte. In de vijftiende en zestiende eeuw werd de gotische kerk opgetrokken zoals we die vandaag kennen, toen nog bekend als de Sint-Janskerk. Op bevel van keizer Karel V werd in 1536 de nabije Sint-Baafsabdij opgeheven. De monniken werden kanunniken en hun kapittel verhuisde naar de kerk, die vanaf nu de Sint-Baafskerk werd genoemd. En dat tot 1559, toen met de oprichting van het bisdom Gent de kerk een kathedraal werd. Een van de belangrijkste bestuurders van de kathedraal was bisschop Antonius Triest. Het rijke, barokke interieur draagt zijn krachtige stempel. De Sint-Baafskathedraal is een echte schatkamer, met naast het Lam Gods vele andere kunstschatten, zoals De bekering van Bavo van Peter Paul Rubens en het praalgraf van Triest door Jerôme Duquesnoy II.